Sinds september 2020 wint Frisia Zout BV zout van onder de Waddenzee, voor de haven van Harlingen. De grote bodemdalingsschotel die daardoor ontstaat geeft aan de rand, in de haven van Harlingen, nog 2 cm bodemdaling.
In 2014 vroeg de vereniging Oud Harlingen de gemeenteraad om niet aan de zoutwinning mee te werken 'totdat onomstotelijk vaststaat dat die geen bedreiging kan vormen voor het monumentale Harlinger erfgoed.' Toen die brief geen effect had organiseerde de vereniging een bijeenkomst met particuliere huiseigenaren, rentmeesters van kerken en plaatselijke, provinciale en landelijke erfgoedorganisaties.
Dat overleg leidde tot de oprichting van de Stichting Bescherming Historisch Harlingen. Doel van de nieuwe stichting is alle soorten schade te voorkomen: materiële schade aan panden, maar ook emotionele en psychische schade, bedrijfsschade én imagoschade aan Harlingen als monumentenstad.
In de Eerste Kamer ligt de nadruk ligt op de rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van de wet. In dat kader wijst OPNL-Senator Auke van der Goot erop dat de lusten van de mijnbouw voor de Staat zijn en de lasten voor de regio. "Het is veel te gemakkelijk om (...) de bewijslast bij burgers en de lokale overheden te leggen", stelt hij, "want het is de Nederlandse staat die bepaalt waar de mijnbouw plaatsvindt."
Vandaag komt zijn motie in stemming: 'De Kamer, (...), constaterende dat er vijftig jaar na het beëindigen van de mijnbouwactiviteiten in Zuid-Limburg nog steeds geen schadeloket is opgericht voor gedupeerden; overwegende dat schaderegelingen voor mijnbouwactiviteiten in de noordelijke provincies erg ingewikkeld zijn; spreekt uit dat mijnbouwactiviteiten altijd gepaard moeten gaan met een toegankelijke, toereikende en tijdige schaderegeling, bij voorkeur door middel van één loket, (...).'
Door de toenemende ouderdom van de 'gebouwenvoorraad' in ons land, maar ook door het veranderende klimaat én door bodemdaling hebben steeds meer mensen schade aan de fundering van hun woning. Inmiddels hebben circa 425.000 gebouwen te maken met matige of ernstige funderingsschade, of gaan ze hier de komende tien jaar mee te maken krijgen.
Politiek Den Haag werkt daarom aan een "uitvoerbare en rechtvaardige aanpak" van de nationale funderingsproblematiek. Partners hierbij zijn onder andere Kadaster, Deltares en TNO. Er wordt onder meer gedacht aan het gebruik van satellietdata en aan gegevens uit de Basisregistratie Ondergrond (BRO). Uiteindelijk moet dit leiden tot een landelijke voorziening voor informatie over de fundering van gebouwen en de bodem. Al deze gegevens kunnen ook nuttig blijken om de effecten van de zoutwinning op de Harlinger ondergrond te duiden.
In het Waddengebied is bodemdaling door mijnbouw maar beperkt toegestaan. Verschillende mijnbouwbedrijven, waaronder Frisia, kregen middels hun concessies een stukje van de te verdelen 'bodemdalingstaart' toegewezen. Nu gasproducent Vermilion is gestopt met gaswinning uit het Zuidwalveld en het gasbehandelingsstation in Harlingen ontmantelt, laat Frisia haar oog vallen op een resterende oude concessie van Vermilion: die voor het gasveld Pollendam. Wanneer die concessie niet wordt gebruikt scheelt dat bodemdaling, en die onbenutte ruimte zou Frisia dan - eventueel voorlopig - kunnen benutten voor extra zoutwinning.
Definitief afzien van de concessie Pollendam wil Vermilion echter niet: “Gaswinning onder de Waddenzee is voor ons nog steeds een project." Het bedrijf overweegt een schadeclaim tegen het Ministerie van Klimaat en Groene Groei als gasveld Pollendam opgegeven moet worden.