Sinds september 2020 wint Frisia Zout BV zout van onder de Waddenzee, voor de haven van Harlingen. De grote bodemdalingsschotel die daardoor ontstaat geeft aan de rand, in de haven van Harlingen, nog 2 cm bodemdaling.
In 2014 vroeg de vereniging Oud Harlingen de gemeenteraad om niet aan de zoutwinning mee te werken 'totdat onomstotelijk vaststaat dat die geen bedreiging kan vormen voor het monumentale Harlinger erfgoed.' Toen die brief geen effect had organiseerde de vereniging een bijeenkomst met particuliere huiseigenaren, rentmeesters van kerken en plaatselijke, provinciale en landelijke erfgoedorganisaties.
Dat overleg leidde tot de oprichting van de Stichting Bescherming Historisch Harlingen. Doel van de nieuwe stichting is alle soorten schade te voorkomen: materiële schade aan panden, maar ook emotionele en psychische schade, bedrijfsschade én imagoschade aan Harlingen als monumentenstad.
TNO adviseerde het Ministerie van Klimaat en Groene Groei al begin 2025 over Frisia's plan de zoutproductie uit te breiden. De onafhankelijke Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek bekeek onder meer de methodes die Frisia toepast om de bodemdaling te berekenen. De onzekerheden in het prognosemodel worden vooral bepaald door de werkelijke zoutproductie, stelt TNO.
TNO adviseert de 'convergentie' van de Havenmondcavernes (het onder druk van het omliggende gesteente dichtvloeien van de wanden) via de rapportages vanuit het meet- en regelprotocol jaarlijks te evalueren, "of zoveel vaker als opportuun is". Dit kan vervolgens aanleiding geven tot herziening van de prognose van de bodemdaling en daarmee ook tot aanpassingen van de productie. Dat laatste is met het ‘hand aan de kraan’-principe technisch goed mogelijk, aldus TNO. Wat betreft de stijging van de zeespiegel signaleert TNO een 'significante mismatch' tussen observaties van meetstations langs de kust en rekenmodellen.
Afgelopen woensdag sprak de Harlinger gemeenteraad over uitbreiding van de zoutwinning. Naar aanleiding daarvan heeft onze stichting het Harlinger College vandaag in een brief gevraagd het gemeentelijk advies aan de Minister van KGG aan te scherpen en uit te breiden. Sinds een aantal jaren heeft een bij mijnbouw betrokken gemeente adviesrecht. De SBHH is van mening dat de Gemeente Harlingen hier nadrukkelijker gebruik van moet maken.
Frisia Zout wil onder meer de contour van de bodemdaling wijzigen. Het College pleit voor handhaving op de huidige plek. De SBHH dringt erop aan een buitendijkse veiligheidszone aan te houden, waarbij de 2 cm-contour op 500 meter buiten de zeedijk blijft. Ook zou, vanwege de bedroevende ervaringen met de Commissie Mijnbouwschade, omgekeerde bewijslast in het Harlinger 'zoutgebied' moeten gelden. Verder wil de SBHH een financiële zekerheidsstelling voor toekomstige (na-ijlende) schade aan gebouwen, infrastructuur en welzijn.
Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) bracht advies uit over de aanvraag van Frisia om geen 32 maar maximaal 45,7 miljoen ton zout te winnen. De aanvraag omvat wijzigingen van de ligging van de geplande cavernes, het beoogde productievolume en de tijdsplanning. Het advies betreft onder meer de veiligheid van omwonenden, schade aan gebouwen of infrastructurele werken als gevolg van bodembeweging.
De totale bodemdaling op zee groeit op het diepste punt van 105 naar 160 cm, door extra productie én het kleiner achterlaten van de cavernes. Het volume aan openstaande cavernes neemt juist af van 5 naar 2 miljoen m3, omdat het bedrijf de zoutholtes richting hun 'einddatum' alvast laat krimpen. Wel wordt een grotere bodemdaling van de zeedijk voorzien, én binnendijkse daling. SodM ziet geen aanleiding om het nieuwe winningsplan te weigeren, maar adviseert wel om voorwaarden te verbinden aan de eventuele instemming.