Sinds september 2020 wint Frisia Zout BV zout van onder de Waddenzee, voor de haven van Harlingen. De grote bodemdalingsschotel die daardoor ontstaat geeft aan de rand, in de haven van Harlingen, nog 2 cm bodemdaling.
In 2014 vroeg de vereniging Oud Harlingen de gemeenteraad om niet aan de zoutwinning mee te werken 'totdat onomstotelijk vaststaat dat die geen bedreiging kan vormen voor het monumentale Harlinger erfgoed.' Toen die brief geen effect had organiseerde de vereniging een bijeenkomst met particuliere huiseigenaren, rentmeesters van kerken en plaatselijke, provinciale en landelijke erfgoedorganisaties.
Dat overleg leidde tot de oprichting van de Stichting Bescherming Historisch Harlingen. Doel van de nieuwe stichting is alle soorten schade te voorkomen: materiële schade aan panden, maar ook emotionele en psychische schade, bedrijfsschade én imagoschade aan Harlingen als monumentenstad.
De gemeente Harlingen mag het rijk tot 3 december adviseren over de vraag van Frisia de zoutwinning naar 45 miljoen ton uit te breiden. Op 22 november en 25 november leverde de SBHH de gemeente hier input voor. In het woensdag verstuurde gemeentelijke advies is helaas slechts één punt overgenomen. We hebben de gemeente vrijdag dan ook laten weten geschrokken te zijn van het onzorgvuldige advies, waar dit in ontbreekt:
De provincie Fryslân vindt medewerking aan het nieuwe winningsplan van Frisia Zout ongewenst. Verleent het rijk toch medewerking, dan steunt de provincie de wens van de gemeente Harlingen voor een omgevingsfonds. De provincie beargumenteert:
Afgelopen woensdag sprak de Harlinger gemeenteraad over uitbreiding van de zoutwinning. Naar aanleiding daarvan heeft onze stichting het Harlinger College vandaag in een brief gevraagd het gemeentelijk advies aan de Minister van KGG aan te scherpen en uit te breiden. Sinds een aantal jaren heeft een bij mijnbouw betrokken gemeente adviesrecht. De SBHH is van mening dat de Gemeente Harlingen hier nadrukkelijker gebruik van moet maken.
Frisia Zout wil onder meer de contour van de bodemdaling wijzigen. Het College pleit voor handhaving op de huidige plek. De SBHH dringt erop aan een buitendijkse veiligheidszone aan te houden, waarbij de 2 cm-contour op 500 meter buiten de zeedijk blijft. Ook zou, vanwege de bedroevende ervaringen met de Commissie Mijnbouwschade, omgekeerde bewijslast in het Harlinger 'zoutgebied' moeten gelden. Verder wil de SBHH een financiële zekerheidsstelling voor toekomstige (na-ijlende) schade aan gebouwen, infrastructuur en welzijn.